Massa

Een massa is eigenlijk hoe zwaar iets weegt in kilogram of gram, welke van die twee je gebruikt hangt af van het voorwerp dat je weegt. Dus als je de massa van een veer zou moeten aangeven dan zet je dat in grammen, maar als je de massa van een auto moet aangeven doe je dat natuurlijk in kilogram en dit spreekt verder vrij voor zich.

 

Volume (inhoud)

Volume geeft aan wat de inhoud van iets is, dus bijvoorbeeld de inhoud van een zwembad. Dit kun je op verschillende manieren aangeven, m³, cm³ of liters. Het berekenen van het volume is eigenlijk niet erg lastig, zolang je maar weet hoelang de lengte, breedte en hoogte zijn. Om de inhoud te berekenen moet je namelijk lengte × breedte × hoogte doen. Er is nog een manier om volume te bepalen, dit is voor voorwerpen die niet een duidelijke lengte, breedte en hoogte hebben, een steen bijvoorbeeld. Hiervoor doe je water in een meetcilinder en kijk je waar het water op dat moment komt. Vervolgens doe je de steen erbij in en kijk je weer tot waar het water komt, het verschil tussen die twee getallen is het volume van de steen.

 

Soms kan het handig zijn om volumes om te kunnen rekenen, hiervoor is een duidelijk systeem. Als je van m³ naar dm³ wil dan moet je het getal maal duizend doen en als je van dm³ naar m³ wil dan moet je het juist delen door duizend. Op het schema hiernaast kun je duidelijk zien wat voor stapjes je moet maken om volumes op de juiste manier om te rekenen. Ook kun je zien dat één dm³ gelijk staat aan één liter, dit kan ook handig zijn om volumes om te rekenen.

 

Dichtheid berekenen

Als je de massa en het volume van een voorwerp weet kun je eigenlijk ook al de dichtheid berekenen. Hiervoor is namelijk een formule opgesteld: ρ=.  Hier betekend ρ de dichtheid, m de massa en v het volume. Wat daar dus eigenlijk staat is dat de dichtheid de massa (kg) gedeeld door het volume (m³) is.

 

Als voorbeeld, wanneer massa (m) = 140 g, en volume (V) = 100 cm3. Dus je doet 140:100 waar 1,4 uitkomt. De dichtheid van deze stof is dus 1,4. Hier komen de afkortingen/symbolen dus ook weer van pas om de grootheden aan te geven.